Koningsdag.
“Hier ga ik zitten met de vrijmarkt. Dat kleine bootje achter me is van mijn oud-oom Fons Briket, en ik mag hem proberen te verkopen en krijg dan 2 % van de verkoopsom. En van dat geld ga ik bulk cyclamen kopen”.
“Hier ga ik zitten met de vrijmarkt. Dat kleine bootje achter me is van mijn oud-oom Fons Briket, en ik mag hem proberen te verkopen en krijg dan 2 % van de verkoopsom. En van dat geld ga ik bulk cyclamen kopen”.
“En als ik Huize Natasja nou zo gek kan krijgen dat ze achter die toekomstige 2e ring een dependance willen beginnen, ben ik spekkoper”.
Puur vanwege zijn “zijn” kreeg de Knager hier een paar rake klappen van Woud Ossenwit.
De Knager werd puur om zijn kledij het café uitgegooid. “Wie weet wat u allemaal onder die jas verborgen heeft”? schreeuwde de uitbater . “Tijd voor een chanson triste”, mijmerde de Knager zachtjes voor hem uit.
“Op die trede heb ik nog met Donna Summer staan klootviolen”!
Boven aan de trap ( net buiten beeld ) staat Moer Van Voors Poksel. Moer is bekend van zijn bewering dat rietjes zoals wij ze nu kennen, al in 1866 in gebruik waren.
” Nee Saar…ik overdrijf niet….zukke…”!
En als u goed kijkt zit u achter Notaris Blas Neute van Vieps die kleine duvelse medewerker van het kadaster Bums Niervormig Zwembad verkondigen dat de voet ongeveer even lang is als je onderarm, tenminste bij Brabanders.
“Knoop Luyckx kreeg net het bericht dat zijn centrifuge toch gemaakt kon worden.
Als u een beetje naar links kijkt ziet u de Stormvogels-poster hangen. Indertijd opgehangen door uitbater Berm Outilage,