“En ze reed toch op een opgevoerde Zündapp”? Ze dronk toch altijd de kom jus leeg na het avondeten”? “Ze hield toch altijd haar klompen aan in bed”? “En bond zij niet elke zaterdag een levende brasem op haar rug tegen de jeuk”???
“Ja en met haar ben ik nu 28 jaar getrouwd”.