Achter de Knager met de lekkere grijswitte kop met haar ziet u woordkunstenaar Weube van Miers. Weube staat nooit met zijn mond vol tanden en zoekt nooit naar woorden. Toen de Knager aan hem vroeg hoe hij nu iemand noemt die veel van vissen weet, zei Weube meteen aalnusje van alles”.