Seconden.

“In de brochure stond 16.15 uur”. “Ja maar zij zei: 16.00 uur”. “Maar het is nu reeds 16.21 uur”. “Dan is zij sowieso 21 minuten te laat”. “Hoe laat moesten we bij het kadaster zijn”? “Rond 4 minuten over half 5″.”Hoeveel minuten hebben we dan nog Serrijns”? “Ik heb geen watch, maar ik schat dat we nog 7 minuten hebben”. “Ik ga even een minuutje liggen Knoop”.

databank